Tennis- en golferselleboog
Tenniselleboog
Wat is het?
Een tenniselleboog of epicondylitis radialis is een overbelastingsletsel of tendinose van de strekpezen van de pols. Deze pezen hechten aan net boven het gewricht van de elleboog (cfr foto). Het gaat meestal om de ECRB (extensor carpi radialis brevis). In 90% van de patiënten geneest deze aandoening spontaan na 1 jaar en is een operatie dus niet noodzakelijk (Non-surgical treatment of lateral epicondylitis: a systematic review of randomized controlled trials).
Indien de aandoening gepaard gaat met een onderliggende aandoening (gewrichtsbandletsel, zenuwinklemming bvb) of indien de klachten niet spontaan overgaan, kan een operatie overwogen worden (Shoulder Elbow. 2019 October; Tennis elbow). Om de diagnose te maken voert de arts een klinisch onderzoek uit, en zo nodig worden er extra onderzoeken gepland.
Hoe kan deze aandoening verholpen worden?
Gezien de aandoening in 90% van de patiënten geneest, is de behandeling voornamelijk gericht op comfort. Uiteraard is het belangrijk de uitlokkende bewegingen te vermijden. Kinesitherapie wordt voorgeschreven met als doel stretchen van de pezen en secundair optrainen van de spiergroep (excentrische oefeningen). Afhankelijk van het klinisch onderzoek kan een ‘bandje’ voorgeschreven worden. Dit bandje zorgt ervoor dat een deel van de krachten bij het uitvoeren van de uitlokkende bewegingen via het bandje gaan, en de aanhechting van de ontstoken pees deels ontlast wordt.
Om de pijn onder controle te houden wordt veelal een pleister met ontstekingsremmende werking voorgeschreven, eventueel kan er ook een pleister met lokale verdoving worden voorgeschreven. Infiltraties met cortisone kunnen de klachten op korte termijn verbeteren maar op lange termijn is er aangetoond dat deze infiltraties de kans op spontaan herstel verminderen. PRP infiltraties (plaatjes rijk plasma dat verkregen wordt na bloedafname) kunnen in overleg met de arts voorgeschreven worden. In de literatuur is er nog onvoldoende evidentie dat PRP een gunstig effect op de genezing heeft maar hier wordt nog verder onderzoek naar gedaan. Doordat er nog onvoldoende evidentie is, wordt deze behandeling in België niet terugbetaald.
Hoe verloopt een operatie voor een tenniselleboog?
Operatief kan deze peesaandoening zowel open (mini-incisie) als arthroscopisch (kijkoperatie) behandeld worden. De keuze tussen de twee hangt af van de geassocieerde pathologie (kraakbeenletsel, ligamentair letsel bvb). Deze ingrepen gaan door in dagziekenhuis.
Bij een open ingreep wordt het zieke deel van de pees (tendinose) weggehaald gezien dit deel van de pees een beperkt helingspotentieel heeft. Vervolgens wordt de pees opnieuw vastgemaakt met behulp van een ankertje (1,45 mm; bestaat enkel uit hechtdraad) in het bot. Het voordeel van een open ingreep is dat het lateraal ligament opnieuw kan verstevigd worden met behulp van dit ankertje. Eveneens kan (indien noodzakelijk) de zenuw (nervus interosseus posterior) vrijgemaakt worden. Een inklemming van deze zenuw kan gelijkaardige klachten geven als die van een tenniselleboog. Na de operatie krijgt u een afneembare spalk gedurende 2 weken. Na 2 weken kunnen de hechtingen verwijderd worden. Gedurende de eerste 6 weken van de ingreep mag de elleboog bewogen worden maar mag er geen kracht uitgeoefend worden. Kinesitherapie wordt gestart zo er onvoldoende mobiliteit herwonnen is of om de pees in tweede tijd opnieuw op te trainen.
Bij een kijkoperatie of arthroscopie van de elleboog wordt het probleem langs de onderzijde van de pees aangepakt (intra-articulair). Het zieke deel van de pees wordt eveneens gedebrideerd. Het voordeel van deze arthroscopische ingreep is dat men het kraakbeen van het gewricht kan beoordelen, en eveneens beperkte ligamentaire letsels kan behandelen. Na de operatie krijgt u een gips gedurende 1 dag met de elleboog gestrekt (extensie) om het water dat tijdens de ingreep gebruikt wordt te evacueren. Nadien mag u de elleboog bewegen, tenzij er een ligamentair herstel uitgevoerd werd, dan zal er een brace worden aangemeten. Verder gelden dezelfde restricties als na een open ingreep.
Golferselleboog
Wat is het?
Een golferselleboog of epicondylitis medialis komt minder voor dan zijn tegenhanger met een verhouding van 1/5. De aandoening is een chronische ontsteking (tendinose) van de buigpezen van de pols (flexor carpi radialis, pronator teres). Deze pezen hechten net boven de elleboog aan, aan de binnenkant van de arm en veroorzaken daar pijn. In 90% van de patiënten geneest deze aandoening spontaan na 1 jaar en is een operatie dus niet noodzakelijk.
Het is echter wel zo dat deze aandoening in 30% van de patiënten gepaard kan gaan met zenuwproblemen (nervus ulnaris). Daarnaast kunnen de klachten ook lijken op symptomen van mediale bandletsels en het snapping triceps syndroom. De arts zal tijdens het klinisch onderzoek het onderscheid kunnen maken tussen deze aandoeningen.
Hoe kan deze aandoening verholpen worden?
Gezien de aandoening vaak spontaan geneest, is de behandeling voornamelijk gericht op comfort. Uiteraard is het belangrijk de uitlokkende bewegingen te vermijden om zo de pijn onder controle te houden. Kinesitherapie wordt voorgeschreven met als doel stretchen van de pezen en secundair optrainen van de spiergroep (excentrische oefeningen). Afhankelijk van het klinisch onderzoek kan een ‘bandje’ voorgeschreven worden. Om de pijn onder controle te houden wordt veelal een pleister met ontstekingsremmende werking voorgeschreven, eventueel kan er ook een pleister met lokale verdoving worden voorgeschreven. Infiltraties met cortisone kunnen de klachten op korte termijn verbeteren maar op lange termijn is er aangetoond dat deze de kans op spontaan herstel verminderen. PRP infiltraties (plaatjes rijk plasma dat verkregen wordt na bloedafname) kunnen in overleg met de arts voorgeschreven worden. In de literatuur is er nog onvoldoende evidentie dat PRP een gunstig effect op de genezing heeft maar hier wordt nog verder onderzoek naar gedaan.
Hoe verloopt een operatie voor een golferselleboog?
Een ingreep voor een golferselleboog gebeurt in dagziekenhuis en is steeds een open operatie gezien de mediale band onder de flexorpezen ligt en we de pezen dus niet via het gewricht kunnen benaderen zonder de mediale band (mediaal collateraal ligament) te kwetsen. Een incisie wordt gemaakt ter hoogte van de pijnlijke zone (de mediale epicondyl). Vervolgens wordt het zieke deel van de pees (tendinose) weggesneden gezien dit deel van de pees een beperkt helingspotentieel heeft. Indien nodig wordt bijkomende pathologie behandeld (inklemming van een zenuw, nervus ulnaris). Na de operatie krijgt u een afneembare spalk gedurende 2 weken. De hechtingen worden 2 weken na de operatie verwijderd. Gedurende de eerste 6 weken van de ingreep mag de elleboog bewogen worden maar mag er geen kracht uitgeoefend worden. Kinesitherapie kan worden voorgeschreven vanaf 6 weken na de ingreep.