De Unicompartimentele knieprothese (UKP) of halve knieprothese
De Unicompartimentele knieprothese (UKP) wordt in de volksmond ook een ‘halve knieprothese’ genoemd.
Hoe ziet de prothese eruit?
De prothese bestaat uit 3 componenten: Een bolvormig component dat op het dijbeen wordt geplaatst en een vlak component dat op het dragend deel van het scheenbeen wordt geplaatst. Hiertussen zit een mobiel component dat de functie van de meniscus overneemt.
Waarom een halve knieprothese?
De knie bestaat uit 3 delen (gewrichtscompartimenten): Het compartiment aan de binnenzijde (mediaal), het compartiment aan de buitenzijde (lateraal) en het compartiment achter de knieschijf. In veel gevallen is er slechts 1 van de 3 compartimenten versleten. Meestal gaat dit om het compartiment aan de binnenzijde (mediaal). Bij een unicompartimentele knieprothese wordt enkel het versleten gewrichtscompartiment vervangen. De intacte ligamenten, kraakbeen en meniscus van het buitenste (laterale) compartiment blijven bewaard! Ook de beide kruisbanden blijven bewaard!
Wat zijn de voordelen van een halve knieprothese ten opzichte van een totale knieprothese?
- Hogere patiënten-tevredenheid.
- Hogere kans op een ‘heel goed’ resultaat.
- Minder kans op complicaties (hartinfarct, bloedverlies, trombose of longembolie) tijdens en na de operatie.
- Snellere revalidatie.
- Kortere verblijfsduur in het ziekenhuis
- Lager risico op infectie.
- Meer natuurlijke beweging of kinematica van de knie.
Uit welk materiaal bestaat mijn prothese?
De componenten die gefixeerd worden op het dijbeen en op het scheenbeen bestaan uit een Chroom Kobalt Molybdenum legering. Ertussen zit een mobiel polyethyleen component dat gemaakt is in ultra high moleculair weight polyethylene (UHMWPE).
Hoe wordt de prothese gefixeerd aan het bot?
Er zijn 2 methoden om de componenten te fixeren: ten eerste met botcement en ten tweede cementloos. In de meeste gevallen wordt de cementloze techniek gebruikt. Bij de cementloze techniek groeit het bot van de patiënt in een speciale hydroxie-apatiet laag van de prothesecomponenten in. De keuze tussen de 2 technieken hangt onder andere af van de botkwaliteit van de patiënt. Bij heel kleine patiënten of bij zwakke botkwaliteit wordt de prothese doorgaans mét cement gefixeerd.
Hoe verloopt de operatie?
Hoe lang gaat mijn knieprothese mee?
In de wetenschappelijke literatuur wordt dit uitgedrukt in de ‘kans op een heroperatie’. Er bestaan verschillende redenen voor een heroperatie: complicatie, blijvende pijn, ontwikkeling van artrose aan de andere zijde van de knie en loslating van de prothese. Uit grootschalige studies blijkt dat de totale kans op een heroperatie 5% is na 10 jaar, 9 % na 15 jaar en 19% na 30 jaar.
Men kan dus zeggen dat de prothese in 95% van de gevallen 10 jaar meegaat, In 91% van de gevallen 15 jaar meegaat en in 81% van de gevallen tot 30 jaar meegaat.
ODEP RATIO (www.odep.org.uk)
De ODEP-score (Orthopaedic Data Evaluation Panel) is een internationaal scoringsysteem dat de levensduur en de kwaliteit van orthopedische implantaten beoordeelt. De prothese die wij gebruiken heeft een ODEP-score van 15a. Dit is de hoogst mogelijke score